Op peil brengen (verkiezingsprogramma)
De kwaliteit en het beheer van het water, de bescherming tegen het water, ze zijn vitaal voor ons land. De PvdA wil dat de waterschappen, samen met de andere overheden, deze kerntaken verbinden met een brede maatschappelijke agenda. Dus kiezen voor duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Kiezen voor een evenwichtige balans in de belangen van de burgers, de natuur en de economie.
Goed waterbeleid kost geld, waarbij de PvdA kiest voor een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten. Inzien dat waterkwaliteit essentieel is voor onze leefomgeving. Dat vraagt om een brede, actieve en innovatieve invulling van het waterbeleid. Dat levert nieuwe banen op met perspectief.
Op 18 maart 2015 zijn er verkiezingen voor het waterschapsbestuur, tegelijk met de verkiezingen voor Provinciale Staten. De PvdA doet bij de meeste waterschappen zelfstandig mee, met een eigen lijst.
De PvdA wil zo sterk mogelijk vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de waterschappen, om daar het verschil te maken als het gaat om het te voeren beleid en wie daarvan de kosten moet dragen. Uiteraard kiezen we voor goed waterbeheer, goede waterkwaliteit en veiligheid. De PvdA kiest ook voor meer accent op het stedelijk gebied, duurzame oplossingen, eerlijke toedeling van de kosten met een kwijtscheldingsbeleid dat gelijk is aan de gemeenten en sociaal verantwoord opereren.
Water als leidend en ordenend beginsel bij het beheer en de inrichting van onze openbare ruimte is niet alleen de opdracht van waterschappen. Daarom trekken de vertegenwoordigers van de PvdA in de waterschappen één lijn met hun partijgenoten in de Tweede Kamer, Provinciale Staten en de gemeenteraden om dit programma uit te voeren.
De visie van de PvdA op de taken van het waterschap
Waterbeheer is een vitale taak in ons waterrijke land. Voor een goed beheer hebben we sterke, professionele waterschappen nodig hebben: voor de bescherming tegen het water, om te zorgen voor voldoende water in droge tijden en niet te veel water in natte tijden, en om te zorgen voor een goede waterkwaliteit.
Dat ons klimaat verandert merken wij dagelijks. In het waterbeheer kunnen we zowel maatregelen treffen die klimaatverandering tegengaan als maatregelen die de gevolgen verantwoord opvangen. Als aandeel in een reeks van acties die nationaal en internationaal ondernomen moeten worden.
Sleutelwoorden zijn duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Wij kiezen voor een lange termijnvisie met een investeringsprogramma van het waterschap waarin dat de opgaven zijn, ook om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.
Waterschappen dragen zorg voor onze veiligheid, namelijk tegen het water van de zee en de rivieren. Ook moeten ze er op zijn ingesteld dat wateroverlast door extreme neerslag wordt voorkomen. De PvdA is een groot voorstander van een aanpak waarbij “gebouwd wordt met de natuur” en ruimte wordt gegeven aan de rivieren.
Elk waterschap moet zorgen voor een goede balans in het waterbeheer en de ontwikkelingsmogelijkheden in dat waterschap. Dat is belangrijk voor de boeren, voor de natuur en voor de leefbaarheid in de bebouwde omgeving, op korte en op lange termijn. De PvdA meent dat je in het waterbeheer meer dan nu moet aansluiten op en gebruik moet maken van de natuurlijke processen: dat water afstroomt, dat je rekening moet houden met extreme pieken en langere droogtes en dat je je dus moet instellen op meer waterbergend vermogen. De praktijk is bijvoorbeeld dat het grondwaterpeil de (agrarische) functie volgt, maar wij denken dat het vaker nodig is om andersom te redeneren, dat juist de functie het peil volgt. Zo stond dat al in de Nota Ruimte en die manier van denken moet gangbaar worden.
Het stedelijk waterbeheer is terecht stevig op de agenda van het waterschap gekomen. Het komt daarmee meer in balans met de traditionele benadering waarin het accent op het landelijk gebied ligt. In het stedelijk gebied moeten de accenten sterk liggen op het voorkomen van wateroverlast, de beleving van het water en op afspraken en maatregelen die plaatselijke opwarming (hittestress) tegengaan.
Het waterschap zorgt voor een goede waterkwaliteit. We maken dat Nederland op tijd voldoet aan de afgesproken normen. De afspraken die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water moeten veilig gesteld worden. Als dat meer geld kost dan er nu begroot is, moeten de vervuilers extra bijdragen. Daarbij is het effectiever om de vervuiling bij de bron aan te pakken en daar gericht op aan te sturen. Het verbeteren van de waterkwaliteit vraagt ook om terugdringen van de afspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen door de landbouw. In de praktijk bewijzen wij daar het milieu, de volksgezondheid en de leefbaarheid een grote dienst mee. We willen allemaal veilig kunnen zwemmen, zonder last van de blauwalg!
Van het waterschap mag een innovatieve houding worden verwacht. Leidraad is daarbij dat waterschappen, burgers en bedrijven bewust omgaan met water, ruimte en milieu. Hierbij kan samenwerking met andere waterschappen, overheden, bedrijven en de wetenschap veel opleveren: niet elk waterschap hoeft op eigen houtje in innovatie te investeren. We willen dat nieuwe ontwikkelingen met kracht worden voortgezet, bijvoorbeeld door medicijnresten, hormonen en microplastics uit het afvalwater te halen. Effectief is het zuiveren van vervuild water bij de bron, zoals bij ziekenhuizen en industrie. De innovatieve aanpak ondersteunt de internationale koppositie van de Nederlandse kennisinstituten en bedrijven.
Het waterschap heeft de belangrijke publieke verantwoordelijkheid voor het zuiveren van het afvalwater van alle huishoudens en van de meeste bedrijven. De afvalwaterzuivering is een integraal onderdeel van de afvalwaterketen. Samenwerking met het gemeentelijk rioleringsbeheer is vanzelfsprekend. Er moet actief worden samengewerkt met drinkwaterbedrijven. Oogmerk is om duurzamer, efficiënter en effectiever te gaan werken tegen lagere maatschappelijke kosten.
Waterschappen zetten actief in op het besparen en (terug)winnen van energie en grondstoffen bij hun (kern)activiteiten. Met name de afvalwaterzuiveringen bieden de kans om energieneutraal te zijn en belangrijke eindige grondstoffen zoals fosfaat terug te winnen.
Het waterschap is eigenaar van en beheert een stelsel van waterwegen, dijken en kades. Belangrijk voor het waterbeheer, maar evengoed belangrijk voor landschap en natuurontwikkeling en voor allerlei vormen van recreatie. De PvdA kiest voor oplossingen die natuur en landschap verbeteren en steunt de benadering van “ruimte voor de rivier” en “bouwen met de natuur”. Het waterschap staat open voor meervoudig ruimtegebruik en spant zich in om natuurbeleving, waterrecreatie en recreatie langs het water de ruimte te geven, zoals het openstellen van kades en dijken, op zijn minst voor de wandelaar en de fietser.
Democratische en maatschappelijke functie van het waterschapsbestuur
Het waterschap opereert niet in isolement. De taken van een waterschap raken die van andere overheden. Het waterschap werkt als functionele overheid intensief samen met gemeenten, provincies, de rijksoverheid en met de andere waterschappen om het integrale karakter van het waterbeheer verder te versterken en zo efficiënt mogelijk te werken.
Het waterschap staat ook open voor samenwerking met allerlei maatschappelijke organisaties die de taken van het waterschap raken. Evengoed de agrarische belangenorganisaties als de natuurbescherming, evenzeer het georganiseerd bedrijfsleven als organisaties van bewoners.
Het waterschap moet maatschappelijk verantwoord ondernemen, een vanzelfsprekendheid voor elke publieke organisatie. Dat betekent dat duurzaam opereren de leidraad is, zuinig met energie en grondstoffen, maatschappelijk verantwoord personeelsbeleid, maar ook maatschappelijk verantwoord aanbestedingsbeleid. Net als elke overheid moet een waterschap een voorbeeld zijn voor de samenleving.
De PvdA vindt de democratische legitimatie van het waterschapsbestuur essentieel. Specifieke belangen vragen om een effectieve adviesrol. De PvdA vindt dat alle leden van het waterschapsbestuur rechtstreeks verkozen moeten worden, maar om dit te regelen is aanpassing van de wet nodig en dat is aan de Tweede Kamer.
Voor burgers, bedrijven en anderen is het gewenst dat alle zaken rond water via één loket geregeld kunnen worden. De waterschappen zorgen samen met de gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat voor één gezamenlijk waterloket.
Elke overheid is verplicht bij beleidsmaatregelen of een project dat invloed heeft op waterbeheer of waterkwaliteit een watertoets te doen. Daarbij speelt de eis mee dat wie een probleem veroorzaakt meebetaalt aan de oplossing. Aan een watertoets bij uitgewerkte plannen hebben we niet genoeg; al bij het ontwikkelen van een initiatief moeten afspraken gemaakt worden over duurzaam waterbeheer en klimaatbestendig bouwen. Zo kan de functie aangepast worden aan een zo natuurlijk mogelijk waterpeil.
Voor water bestaan geen grenzen. Het waterschap moet daarom ook een internationale oriëntatie hebben. In de eigen taken, maar ook om internationaal kennis te delen en om ervoor te zorgen dat de technologie en aanpak voor Nederland een goed exportproduct zijn.
Internationale solidariteit uit zich in kennisoverdracht en hulp bij concrete projecten in landen die dat alleen niet goed geregeld krijgen.
Het profijtbeginsel en een eerlijke lastenverdeling
Waterschappen heffen belasting om hun werk te kunnen doen. Belasting heffen vraagt om democratische controle. Een democratisch gekozen bestuur van het waterschap is in de eerste plaats bedoeld om een politieke afweging te maken over de noodzaak van de uitgaven, de hoogte van de belastingen en om bij deze belastingen te zorgen voor een rechtvaardige lastenverdeling.
Het belastingsysteem van de waterschappen is deels gebaseerd op het idee dat je betaalt voor wat je krijgt (het profijtbeginsel) en op het principe dat de kosten moeten worden opgebracht door wie ze veroorzaakt (zoals bij vervuiling). Wij zijn het met die uitgangspunten eens en vinden dat ze nog wel scherper mogen worden toegepast.
Bij waterschapsheffingen wordt niet gekeken naar draagkracht van de belastingbetaler. Daarom is kwijtscheldingsbeleid essentieel, bij elk waterschap. Het kwijtscheldingsbeleid van het waterschap moet gelijk zijn aan dat van de gemeenten en zo volledig sporen met de normen die ervoor gesteld zijn. Dat betekent kwijtschelding tot 100% van de bijstandsnorm en gelijke behandeling voor de kleine zelfstandige.
De agrarische en stedelijke belangen moeten in het waterschap zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen. Bij de lastenverdeling wordt meegewogen dat de agrarische productiesector een groot economisch belang heeft bij een op de bedrijfsvoering afgestemd waterbeheer. Dat rechtvaardigt dat zij een substantieel deel van de kosten draagt die gemaakt worden voor het waterbeheer in het landelijk gebied. Het onttrekken van grondwater is geen natuurrecht en vraagt om een effectieve heffing.
Partijbestuur PvdA, 24 juni 2014